Kroontjespen

Juf G. had het in de eerste klas van ‘mijn’ Lagere School voor het zeggen. Meningen en eigen inbreng van ons waren niet gewenst. Denken vooral werd de kop ingedrukt: “Denken mag je pas als je 1000 gulden in de maand verdient,” zei ze geregeld.

Juf G. leerde me wel schrijven. Onze Lagere School was een zuinige school. Het Hoofd der School gooide niets weg. Er werd al sinds jaar en dag een moderne koordschriftmethode gebruikt. Modern is hier een nogal betrekkelijke kwalificatie. De methode Eerst Duidelijk Dan Snel kwam in 1929 uit en mijn eerste schrijflessen stammen uit 1962… Het Hoofd had dus wel enige tijd gehad om de oude voorraden pennetjes op te maken. Maar nee. Na de eerste potloodoefeningen kregen wij inkt in ons glazen potje in het tafeltje en een scherpe, puntige kroontjespen. Spetters en vlekken waren het gevolg. Het methodeboekje van Eerst Duidelijk Dan Snel schreef een koordschriftpen met afgerond bolletje op de punt voor. Dat gleed moeiteloos over het papier. Maar kroontjespennen waren immers nog volop in voorraad en die nieuwerwetse dure koordschriftpennetjes waren er dus alleen voor de prutsers en knoeiers, waaronder ik.

Tussen mij en juf G. is het nooit meer goed gekomen. Dat ik van schrijven en pennen mijn beroep heb gemaakt, is dan ook niet aan haar te danken.

Denk ik.